Algemene voorwaarden van de Nederlandse Jachtbouw Industrie (NJI)
voor overeenkomsten die betrekking hebben op winterberging en/of ligplaatsverhuur
nader te noemen NJI VOORWAARDEN VOOR WINTERBERGING EN LIGPLAATSVERHUUR
gedeponeerd bij de Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht op 16 augustus 2010 onder nummer 188/2010
© Koninklijke Metaalunie
Artikel 1: TOEPASSELIJKHEID EN BEGRIPPEN
1.1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op aanbiedingen, offertes, (ver)huurovereenkomsten en andere rechtsbetrekkingen die verband houden met de (winter)-
berging van vaartuigen en het verhuren van ligplaatsen voor vaartuigen. Deze voorwaarden mogen uitsluitend worden gebruikt door leden van de NJI.
1.2 Onder vaartuig wordt verstaan schepen en aanverwante zaken.
1.3 Onder (winter)berging wordt verstaan het tegen betaling ter beschikking stellen van een gedeelte van een terrein of overdekte ruimte waarop of waarin een
vaartuig of aanverwante zaak gestald kan worden. Onder winterberging wordt tevens verstaan het in en uit het water takelen, het schoonspuiten, het verplaatsen/
(intern)transport van het vaartuig, en in voorkomende gevallen het ontkoppelen en verwijderen van aan boord aanwezige gasflessen.
1.4 Onder ligplaatsverhuur wordt verstaan het tegen betaling ter beschikking stellen van een ligplaats aan huurder.
1.5 Onder verhuurder wordt verstaan de ondernemer die de (winter-)berging of ligplaats ter beschikking stelt en/of met de huurder een overeenkomst tot
(winter)berging of ligplaatsverhuur heeft gesloten.
1.6 Onder huurder wordt verstaan degene die met de verhuurder een overeenkomst tot winterberging of ligplaatsverhuur heeft gesloten en/of gebruik maakt van de
ter beschikking gestelde ruimte of ligplaats.
Artikel 2: ALGEMENE VERPLICHTINGEN HUURDER
2.1 De huurder is verplicht het vaartuig allrisk dan wel WA casco verzekerd te laten zijn. Op eerste verzoek overhandigt de huurder een kopie van de desbetreffende
polis(sen), de polisvoorwaarden en het betalingsbewijs van de verschuldigde premie(s).
2.2 Het is de huurder niet toegestaan onderhoudswerkzaamheden of andere werkzaamheden aan het schip uit te voeren, tenzij hij hiervoor schriftelijk toestemming
heeft gekregen van de verhuurder.
2.3 De huurder is, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder, niet bevoegd de lig- en of stallingsplaats onder te verhuren of in bruikleen te
geven.
2.4 De huurder is verplicht zich te houden aan de aanwijzingen van de verhuurder, waaronder die uit het NJI HAVEN- EN WERFREGLEMENT, zoals aansluitend
afgedrukt.
Artikel 3: AANSPRAKELIJKHEID
3.1 Behoudens schade als gevolg van grove schuld of opzet van de verhuurder of diens leidinggevende(n), sluit de verhuurder alle aansprakelijkheid uit voor
eventuele schade van huurder.
3.2 De huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van derden, waaronder begrepen die van de (Rijks)overheid, inzake door huurder tijdens de contractsduur
veroorzaakte milieuschade en/of verontreiniging. Verhuurder heeft het recht eventuele hiermee verband houdende schoonmaakkosten, boetes en dergelijke op de
huurder te verhalen.
3.3 Bij verplaatsing van het vaartuig door verhuurder, wordt de huurder geacht de verhuurder daarvoor (ook namens de eigenaar, indien de huurder niet de eigenaar
van het vaartuig is) uitdrukkelijk toestemming te hebben gegeven en geschiedt de verplaatsing voor risico van de huurder/ eigenaar.
Artikel 4: WERKZAAMHEDEN
Op de opdrachten en overeenkomsten tot uitvoering van werkzaamheden aan het vaartuig c.q. het doen van leveringen zijn de NJI-leveringsvoorwaarden (Algemene
Aannemings-, Leverings- en Betalingsvoorwaarden van de Nederlandse Jachtbouw Industrie) van toepassing waarvan in dat geval een exemplaar aan
deze voorwaarden is gehecht.
Artikel 5: DUUR VAN DE OVEREENKOMST
5.1 De huurovereenkomst eindigt zodra de overeengekomen duur is afgelopen en wordt niet geacht te zijn voortgezet, indien het vaartuig hierna nog in de
(winter)berging of op de ligplaats aanwezig is. Tenzij partijen anders met elkaar schriftelijk zijn overeengekomen, worden de vaartuigen wanneer de huur ondanks
het einde van de overeenkomst feitelijk wordt voortgezet op kosten en voor risico van de huurder (mogelijk elders) geborgen of gestald.
5.2 De verhuurder behoudt zich het recht voor via een gerechtelijke procedure het vaartuig te (doen) verkopen, voor het geval de huurder na bij aangetekend
schrijven te zijn aangemaand, verzuimt a) de verhuurder de bergings- of stallingskosten te voldoen en/of b) het vaartuig van het (haven)terrein van de verhuurder
te verwijderen. Alle vorderingen op de huurder – inclusief de met de verkoop en eventuele verwijdering/afvoer van het vaartuig gemoeide kosten- mogen uit de
verkoopopbrengst worden voldaan.
Artikel 6: BEEINDIGING
6.1 Uitsluitend indien de verhuurder met een daartoe strekkend verzoek van de huurder, coulancehalve en uitdrukkelijk instemt, kan de overeenkomst met wederzijds
goedvinden worden beëindigd.
6.2 De verhuurder heeft in dat geval recht op vergoeding van alle vermogensschade zoals geleden verlies, gederfde winst en gemaakte kosten. Niettemin spant de
verhuurder zich in de schade te beperken door op zoek te gaan naar een vervangende huurder voor de betreffende (winter)bergings- of ligplaats.
6.3 De verhuurder is, behalve als dit leidt tot storing in de rechten van de huurder, bevoegd om een onbezette lig- of stallingsplaats van de huurder voor de periode
waarin die vrij is, aan anderen te verhuren.
Artikel 7: BETALINGSVOORWAARDEN
7.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is de huursom, danwel enig ander bedrag, bij vooruitbetaling verschuldigd.
7.2 Facturen dienen binnen 15 dagen betaald te worden. Bij niet-tijdige betaling is de huurder rente verschuldigd vanaf de vervaldag. De rente is gelijk aan de
geldende wettelijke rente met een minimum van 10% op jaarbasis. Bij het berekenen van de rente wordt een gedeelte van de maand gezien als een volle maand.
7.3 Bij niet-tijdige betaling is huurder aan verhuurder alle buitengerechtelijke kosten verschuldigd. De kosten bedragen minmaal 15% van het verschuldigde bedrag,
met een minimum van € 75.
7.4 De huurder heeft niet het recht om zijn vorderingen met de vorderingen van de verhuurder te verrekenen, tenzij er sprake is van faillissement van verhuurder of de
gerechtelijke schuldsanering op verhuurder van toepassing is.
Artikel 8: RETENTIERECHT
8.1 De verhuurder heeft het recht van retentie. Indien de huurder enige verplichting niet nakomt heeft de verhuurder het recht om het vaartuig van de huurder onder
zich te houden tot op het moment dat de huurder aan al zijn verplichtingen heeft voldaan.
8.2 Indien de huurder niet binnen een half jaar nadat verhuurder het recht van retentie heeft ingeroepen, aan al zijn verplichtingen heeft voldaan jegens verhuurder, is
artikel 5.2 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9: RECHTS- EN FORUMKEUZE
9.1 Het Nederlands recht is van toepassing.
9.2 Alleen de Nederlandse burgerlijke rechter die bevoegd is in de vestigingsplaats van verhuurder neemt kennis van geschillen, tenzij dit in strijd is met het dwingend
recht. Verhuurder mag van deze bevoegdheidsregel afwijken en de wettelijke bevoegdheidsregels hanteren.
NJI HAVEN- EN WERFREGLEMENT
Dit reglement geldt voor iedereen die zich op het haventerrein, bestaande uit de haven, de werf, de bijbehorende
(parkeer-)terreinen en alle gebouwen op dit terrein, bevindt, om een optimale veiligheid voor mens, dier en milieu te waarborgen. Los van
concrete aanwijzingen van de havenmeester/werfbaas dient u het volgende in acht te nemen:
I. RUST, ORDE EN VEILIGHEID
Tenzij hiervoor van de havenmeester/werfbaas uitdrukkelijke toestemming is verkregen, is het op de jachthaven/-werf, op straffe van een
eventuele ontzegging van de toegang door de havenmeester/werfbaas, verboden om:
1. hinder te veroorzaken;
2. (huis-)dieren los te laten lopen;
3. motoren te laten draaien, anders dan om het vaartuig te verplaatsen;
4. een andere ligplaats te kiezen dan is aangewezen;
5. met gehesen zeilen of met een onveilige snelheid, dan wel te hard, te varen;
6. het vaartuig niet netjes af te meren of in onverzorgde staat te laten;
7. te barbecueën en/of open vuur te gebruiken;
8. eigendommen buiten het vaartuig onbeheerd achter te laten;
9. te zwemmen en te duiken;
10. in het gestalde vaartuig te overnachten, dan wel het gestalde vaartuig als verblijfplaats te kiezen;
11. het vaartuig of de lig- of bergplaats tot voorwerp van commerciële activiteit te maken. Hier valt ook de verkoop dan wel aanprijzingen
hiertoe van het vaartuig en/of toebehoren onder.
II. VERONTREINIGING
Op straffe van een ontzegging van de toegang door de havenmeester/werfbaas, of een vergoedingsplicht van de verwijderings-
/schoonmaakkosten van de veroorzaakte verontreiniging, is het verboden om:
1. uit het boordtoilet afkomstige afvalstoffen in het water te lozen;
2. de jachthaven te verontreinigen met milieuverontreinigende stoffen, zoals olie, bilgewater, vet, huishoudelijk afval en uitwerpselen van
dieren;
3. vaartuigen en auto's schoon te maken met drinkwater en/of niet biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen.
III. TIJDENS DE BERGING OF OP DE LIGPLAATS
Het is op straffe van een mogelijk weigering toegelaten te worden tot de jachthaven / jachtwerf, verboden om:
1. brandgevaarlijke werkzaamheden uit te voeren zoals lassen, slijpen, branden en werken met open vuur. Uitsluitend met schriftelijke
toestemming van de havenmeester/werfbaas is het toegestaan gasflessen en losse brandstoftanks aan boord achter te laten;
2. steunen of stophout weg te nemen of te verplaatsen;
3. vluchtwegen, steigers en uitgangen te blokkeren;
4. te roken in de loodsen en/of gebouwen en ruimten op het haventerrein;
5. de (scheeps-)verwarming te gebruiken zonder direct toezicht;
6. accu's (in het vaartuig) op te laden zonder direct toezicht;
7. het vaartuig aangesloten te laten op walstroom zonder direct toezicht;
8. werkzaamheden aan in of op het vaartuig te (laten) verrichten, behoudens uitdrukkelijke toestemming van de havenmeester/werfbaas.
Voor de (winter)stalling geldt aanvullend: men mag aan boord geen lichtontvlambare stoffen zoals gas, benzine, petroleum en kerosine
hebben en geen accu’s aangekoppeld laten. De hoeveelheid brandstof in de vaste brandstoftank ten behoeve van de hoofdaandrijving dient
zo beperkt mogelijk te zijn
De havenmeester / werfbaas heeft het recht de stroomvoorziening van de loodsen en/of werkplaatsen af te sluiten, de toegang tot bepaalde
plaatsen te beperken en, indien nodig, het vaartuig te verplaatsen.
IV. AANSPRAKELIJKHEID
Behoudens grove schuld of opzet van de havenmeester/ werfbaas of diens leidinggevende(n), is de havenmeester/ werfbaas niet
aansprakelijk voor enige schade.